Voor load balancing bij laadpalen is het belangrijk om kabels te gebruiken die geschikt zijn voor de gevraagde stroomcapaciteit en die voldoen aan de relevante normen en voorschriften. De keuze van de kabel hangt af van verschillende factoren, zoals de maximale stroomsterkte, de afstand tussen de laadpaal en het voedingspunt, en de installatieomgeving.
In het algemeen worden voor laadpalen met load balancing hogere stroomsterktes gebruikt dan bij standaard laadpalen. Dit betekent dat dikkere kabels nodig zijn om de hogere stroom te kunnen verwerken. Het is belangrijk om de juiste kabeldoorsnede te kiezen om oververhitting en verlies van elektrisch vermogen te voorkomen.
Voor laadpalen met load balancing wordt vaak gebruikgemaakt van kabels met een hogere doorsnede, zoals 4 mm², 6 mm² of zelfs 10 mm², afhankelijk van de specifieke stroomsterktevereisten. Het is raadzaam om de installatiehandleiding of specificaties van de laadpaal te raadplegen om de aanbevolen kabeldoorsnede te bepalen.
Daarnaast is het belangrijk om kabels te kiezen die voldoen aan de relevante normen, zoals de NEN 1010 voor elektrische installaties. Deze normen stellen eisen aan onder andere de isolatie, de geleiders en de mechanische eigenschappen van de kabels om de veiligheid en betrouwbaarheid te waarborgen.
Bij het installeren van laadpalen met load balancing is het raadzaam om een professionele elektricien te raadplegen. Zij kunnen de specifieke stroomsterktevereisten beoordelen, de juiste kabelkeuze maken en ervoor zorgen dat de installatie voldoet aan de geldende normen en voorschriften.